Lange tijd heb ik er over nagedacht hoe ik dit stukje moest betitelen. Zou ik er boven zetten “Gebrek aan beschaving”? Neen, neen, dat klonk te hatelijk, of “Een les in Opvoedkunde” neen, ook dat stond mij niet aan. Tenslotte ben ik er toe gekomen er boven te zetten “Wat is toch de oorzaak van……….”

Ja, inderdaad wat kan het toch zijn, dat tegenwoordig de sfeer tijdens de wedstrijden beduidend minder is dan vroeger. Ligt het aan de buitensporige groei der laatste jaren? Ik geef toe, ik weet het niet!!

Heus, het is niet mijn bedoeling een “boete-preek” te houden, dit zou in dit nummer niet op zijn plaats zijn. Ik heb al eens meer getracht het standpunt uiteen te zetten, hoe men de sportieve en prettige sfeer, die vroeger bij de wedstrijden heerste, kan terug kijken.

In de voor-oorlogse jaren kenden de spelers(sters) geen Mijnheer “Zus” of Mejuffrouw “Dinges”, neen de spelers kenden elkaar en werden dan ook als vanzelfsprekend bij de voornaam aangesproken. De begroeting bij uit- of thuiswedstrijd was joviaal en de wedstrijden werden in de prettigste omstandigheden verspeeld. Dit is nu helaas wel eens anders.

Och, het is waar, bij de na-oorlogse uitgroei van de Verenigingen is het niet meer zo, dat de spelers(sters) elkaar persoonlijk kennen, op zichzelf is dat dan ook niet nodig, doch waar het omgaat en wat wel nodig is, is de sfeer, die vroeger een wedstrijd beheerste, weer terug te brengen.

Hoeveel keer heb ik in die lopende competitie al niet meegemaakt, dan er tijdens een wedstrijd lelijke gezichten waren, wat daaraan vooraf ging behoef ik niet te vertellen; dat de gasten aan de ene kant van de zaal hun al of niet verboden sigaretje rookten, terwijl de gastheren aan de andere kant der zaal zaten te “smoezen”. A propos, er is de laatste tijd zoveel “verbroedering” gesproken en geschreven, het zou heus geen kwaad kunnen als wij dit onze kleine, want klein zijn wij zeer zeker nog, tafeltennis-wereld ook eens gingen toepassen.

Jongere spelers(sters) hebt gij al eens opgemerkt in wat voor omstandigheid de oudere spelers(sters) hun wedstrijden spelen? (met “jongere” en “oudere” bedoel ik dan natuurlijk naar gelang het aantal jaren de betreffende spelers(sters) reeds in de tafeltennissport meelopen) U kunt de gezellige sfeer daarvan proeven!!

Is het dan werkelijk zo moeilijk daarvan iets op te steken en dit op Uw eigen wedstrijden over te brengen? Gelukkig heb ik kunnen constateren dat dit bij ons (nu komt mijn XERXES aanhankelijkheid toch nog even naar boven, neen beste lezer(es) het is geen Chauvinisme!) al heel wat aan het beteren is, doch er kan toch nog wel het een en ander aan VER-beteren.

Wij spreken dus allen zonder uitzondering af, dat wij in ’t vervolg als Gastheer:
De spelers(sters) bij aankomst tegemoet treden en verwelkomen.
Hen de (eventuele) kleedgelegenheid te wijzen.
Ons gedurende de wedstrijd met hen onderhouden.
Als gast:
Stellen wij ons bij aankomst aan de tegenpartij voor en onthouden ons vooral van hatelijke op- of aanmerkingen ten opzichte van het spel van anderen.

Wie er dan ook na afloop der wedstrijd gewonnen heeft, vergeet dan ook geen van allen dat het voor heel veel spelers(sters) moeilijker is te verliezen dan te overwinnen. Eerlijk gezegd vind ik het vervelend, dat ik deze regels heb geschreven, maar heus, zij moesten mij van het hart, en ik hoop van harte, dat ook ditmaal alle spelers(sters) het ter-harte zullen nemen.